GEBOREN EN GETOGEN
De invloed van de Nederlands-Indische geschiedenis en cultuur in Nederland is groot, veel groter dan we op het eerste gezicht vermoeden. Veel Nederlanders hebben een (onbewuste) band met Nederlands-Indië; (voor)ouders hebben er gewoond, gewerkt of zijn uitgezonden geweest als militair. Velen hebben er de oorlog meegemaakt, in het Jappenkamp gezeten, zijn Buitenkampers geweest, hebben de onafhankelijkheidsstrijd meegemaakt, de Bersiap en daarna de repatriëring.
Eenmaal in Nederland brak de tijd aan van het ‘aanpassen’, het aanpassen in het koude Nederland, waarin zij een nieuw leven moesten opbouwen, wonend in contractpensions, met vaak veel te weinig ruimte en Hollands eten.
Over de geschiedenis wordt vaak gezwegen, alsof het niet bestaat, niet is gebeurd. Het “Indische Zwijgen”, het is zo voelbaar aanwezig, dat wij ons als 2e, 3e en ook als 4e generatie met dit “Indische Zwijgen” zijn gaan identificeren, we zijn de pijn, boosheid en het verdriet van onze (voor) ouders ónze pijn en verdriet gaan maken. Door ons op een onbewuste laag in onszelf met deze pijn, boosheid en verdriet te identificeren leven wij ons leven nu vanuit hún pijn, boosheid en verdriet. Wij voelen ons als volgende generaties verantwoordelijk voor het in stand houden van deze gevoelens, maar dat betekent dat wij vergeten ons eigen leven te leven, lopen we tegen onszelf aan, hebben last van de boosheid, de pijn en het verdriet. De innerlijke strijd die we hierdoor voeren zorgt voor zwaarte, laat ons op onbewust niveau heel hard werken, waardoor we veel energie en levensvreugde verliezen.
Het verdriet, de boosheid, de heimwee; onze (voor)ouders dragen het met zich mee, zij hadden geen keus. Ze hebben zich snel aangepast om geaccepteerd te worden, daarvoor zichzelf vaak weggecijferd,…het heeft ze gevormd. Het heeft ons ook gevormd, kijkend naar onze ouders, maakt dat wij de dingen doen zoals we ze nu doen.